Kosten en duur van certificering
De kosten van het certificeren bestaan uit directe en indirecte kosten. De directe kosten worden betaald aan de certificeerder voor de aanvraagkosten, de inspecties en de controles. De indirecte kosten vloeien voort uit de maatregelen, die genomen moeten worden om te voldoen aan de standaard van duurzaam bosbeheer.
Er is veel gesproken over de hoge kosten van certificeren, met name voor de kleine boseigenaren of de gemeenschapsbossen. Om hieraan tegemoet te komen is de groepscertificering ontwikkeld.
Een goede inschatting van de kosten kan alleen door de certificerende instelling gedaan worden. Hieronder volgen een paar indicaties wat betreft tijd en kosten.
De directe kosten (inspecties, inclusief 4 jaarlijkse controles) zijn over het algemeen minder dan vijf euro per hectare bos. Een certificaat is 5 jaar geldig. Met een bijgroei van 0,5 - 1 m3 per jaar, worden de directe kosten dus 1 tot 2 euro per m3 hout.
De indirecte kosten hangen erg af van de hoeveelheid te nemen maatregelen: de corrective actions of conditions.
De gemiddelde tijd die nodig is vanaf het vooronderzoek tot de certificeringsbeslissing bedraagt tussen de 3 maanden en één jaar.
In Europa geldt het volgende aantal mandagen voor de verschillende inspecties:
voorbereiding: 2 dagen (1 persoon)
stakeholder consultatie: 2 - 4 dagen (1 persoon)
veldwerk: 3 - 6 dagen (3 personen)
reistijd: enkele dagen
rapportage 2 - 4 dagen (1 persoon)
peer review: 1 dag (3 personen)
Een inspectie in Suriname kan langer duren vanwege de langere reistijden, de veldbezoeken, het organiseren van stakeholder consultaties en het aanpassen van het bosbeheer.
Het is mogelijk om voor het certificeringstraject subsidie te krijgen of om samen te werken met de afnemers van het hout. WWF-Guianas co-financiert in Suriname en Guyana enkele bedrijven.